De pups van de Eenhoornleijn

In dit digitale dagboek vindt u de beschrijvingen van hoe de pups van de Eenhoornleijn opgroeien tot ze naar hun nieuwe bazen gaan. Voor uitgebreide fotoseries van het jonge spul kunt u op de website kijken. Veel plezier!

30 september 2005

Hekjes (Lobkepups)

Vandaag hebben we de ren geplaatst. De dames en heren aten al buiten de werpkist en begonnen steeds meer belangstelling te krijgen voor de rest van de wereld. Een mens kan geen tien pups tegelijk in de gaten houden, dus de ren werd opgezet, om de wereld die zo spannend is tenminste enigszins af te bakenen.
De ren plaatsen betekent dat de kamer voor ons wat kleiner wordt zodat de ruimte voor de pups wat groter wordt, maar dat is niet erg. Tenslotte zijn zij wel met z'n tienen! Toen de hekjes eenmaal stonden mocht de opening van de kist definitief open, zodat de pups naar believen in en uit kunnen wandelen. Nou ja, wandelen is een groot woord. De pootjes doen nog niet helemaal wat de pups in gedachten hebben, maar vooruit komen ze wel en vaak met verbluffende snelheden! Maar dat geldt niet voor allemaal. Dikke Bertha wandelt gewoon de kist uit alsof ze dat haar hele leven al doet, maar Gilet vertrouwt de zaak niet. Hij doet voorzichtig aan en kijkt goed rond, voor zover zijn nog niet goed ontwikkelde oogjes dat toelaten. En ja, na een meter heeft hij het al door: er staat een hek! Terwijl Moby gezellig een dansje doet met de Witte reu, komen alle zorgen van de wereld duidelijk op Gilets schouders neer, hij is als enige op de hoogte van dit vreemde ding! Gelukkig komt Witneus eraan en ook die ontdekt nu dat er Iets staat tussen hem en de rest van de wereld. Dat is gek! Witneus loopt eens rechtdoor, maar helaas, dat gaat niet. Gilet zit te kijken; hij wist dit al maar ja, niemand luistert weer naar hem! Het is zijn lot, lijkt hij te denken, hij ziet van alles en dat stelletje losbollen speelt maar raak of er niks aan de hand is! Witneus heeft tenslotte geconstateerd dat dit weliswaar een raar ding is, maar als je er maar niet hard tegenaan loopt valt het wel mee. Hij houdt het voor gezien en loopt weg. Er is nog genoeg te ontdekken, zoals een waterbak, een mand waar je met heel veel in kan, een touw om mee te spelen, o, van alles en nog wat! Hij heeft het maar druk. Gilet niet. Die kijkt nog steeds naar het hek. Hij wil dóór het hek. Maar helaas, dat gaat niet. En terwijl de rest speelt gaat Gilet slapen. Bij het hek. Want je weet maar nooit.